Ik zie je, ik hoor je… of toch niet? Deel 3
Gepost op:
10 april 2021
Geschreven door:
Sylvie Smeets
Leestijd:
2 minuten
Vijf jaar geleden zei ik mijn uitzichtloze baan vaarwel en startte ik mijn eigen gastouderopvang. En wat werd al snel de belangrijkste pijler van mijn pedagogisch beleid? Juist: de sociaal-emotionele ontwikkeling bij kinderen. Maar sinds kort weet ik pas waarom dit me zo aan het hart gaat. Nu ik zie hoe onzichtbaar, moeilijk te herkennen, makkelijk over te dragen en mét grote gevolgen emotionele verwaarlozing eigenlijk is, wil ik hier zeker aandacht voor vragen.
Stel je voor: je hebt veel geld uitgegeven aan de online aankoop van een nieuwe outfit. Je kan niet wachten totdat je bestelling geleverd wordt. Ein-de-lijk komt je pakketje aan. Vol verwachting open je de doos. Maar dan… De kleur is helemaal anders dan op de foto. De kwaliteit is erbarmelijk slecht. De pasvorm is, nou ja, vréselijk. En dan blijkt ook nog eens dat je nergens met je klachten heen kunt: geen klantenservice, geen telefoonnummer, geen e-mail, geen adres.
Hoe voelt dat? Allerminst fijn, toch? Allerlei gevoelens beheersen dit moment en dat je je ongenoegen niet kan uiten maakt het er niet beter op. Of het nou vreugde is of verdriet, boosheid of ergernis: alle emoties mogen de ruimte krijgen.
In mijn opvang maak ik gebruik van de ZaaiGoed-methode. Iedere dag houd ik me bezig met het ondertitelen van de emoties van kinderen in de leeftijd van 0 tot 4. Van zowel ‘slachtoffer’ als ‘dader’.
“Ze vindt het niet leuk dat jij de pop pakt.”
“Ik zie dat je boos bent. Dat mag.”
“Hij heeft pijn en is verdrietig. Zullen we hem samen troosten?”
“Zeg maar: dit is mijn grens. Tot hier en niet verder.”
“Ik zie dat je ook met dat autootje wil spelen. Vraag maar of het mag.”
“Een kind, hoe klein dan ook, mag z’n onvrede uiten.”
Neem nou een baby. De enige manier waarop een baby kan communiceren is huilen. Ergens hebben we geleerd dat een baby niet mag huilen. En zeker: het gehuil triggert ons ook tot actie. Dat is genetisch zo bepaald. Een baby huilt als hij honger heeft, of een vieze luier, of als hij moe of overprikkeld is. De baby signaleert met zijn huilen een ongemak. Toch is niet ieder huiltje hetzelfde. Bij overprikkeling is het huilen zowel een signaal als de oplossing. Een kind heeft het soms nodig om even te ontladen (lees: huilen) om daarna in slaap te vallen.
Daarbij zeg ik niet dat je een kind te allen tijde moet laten huilen, absoluut niet. Maar je kunt er wel anders mee omgaan. Bijvoorbeeld door niet steeds het huilen te sussen en te zeggen: “Stil maar.” Een kind, hoe klein dan ook, mag z’n onvrede uiten. Probeer liever eens: ”Ik zie dat je boos bent. Huil maar, kleintje. Gooi het er maar uit.” Je erkent hiermee de emotie bij het kindje en geeft hem de ruimte om de emotie er te laten zijn.
Ik besluit hiermee mijn inzicht in C. E. N. of emotionele verwaarlozing. Hoewel ik zeker weet dat dit in mijn blog nog vaker aandacht gaat krijgen. Bedankt voor het lezen. Mocht je een vraag of opmerking hebben, kun je deze kwijt in de reacties. Ook klachten. 😉