Maatje zesendertig

Gepost op:

17 april 2021

Geschreven door:

Sylvie Smeets

Leestijd:

3 minuten

Als ik nog eens voor een studiekeuze zou staan, zou ik voor ‘psychologie’ gaan. Met als specialisatie ‘omgekeerde psychologie’. En niet eens om er mijn brood mee te verdienen of andere snode plannetjes, mocht je dat denken. Nee, al was het maar om mezelf beter te begrijpen. Want voor het intelligente ras waar wij mensen voor worden aangezien, maken we het onszelf ontzettend moeilijk.

Wanneer je je ervan bewust wordt dat je eigenlijk uit twee ikken bestaat, roept dat wat vraagtekens op. Enerzijds is er je kern, je diepste zelf. Anderzijds is er het ego, het denken, heel rationeel. Het ego gedraagt zich als een overbezorgde ouder tegenover je kern. Het komt steeds met argumenten waarom die keuze die zo goed voelt, zo gevaarlijk is. Wil je vooruitkomen in het leven, zul je moeten leren je ego te omzeilen. Het voelt een beetje als puberen tegen die betweterige ouder.

Om bij je kern te komen, zou je laagje voor laagje je overtuigingen, aangeleerd gedrag, negatieve gedachten enz. mogen afpellen. Maar steeds loop je tegen je ego aan. Je ego wil je beschermen. Hij bergt pijnlijke herinneringen op in een laag en bewaakt ze met zijn leven. Als een poortwachter staat hij voor de toegang naar de volgende laag. Met de allerbeste bedoelingen, namelijk voorkomen dat jij pijn en verdriet ervaart. Toch is het nodig om iedere herinnering met pijn en verdriet te doorleven, wil je deze kunnen loslaten, en dichterbij je kern te komen. Er zit dus niets anders op dan je ego te misleiden. Toch?

Ik ben niet van het online shoppen. Voor kleding dan. Te vaak ben ik met een miskoop blijven zitten. Ik moet kunnen zien, voelen, en vooral passen. Nu de maatregelen eindelijk weer een winkelbezoek mogelijk maken, maak ik snel een shopafspraak voor ik letterlijk door mijn broeken heen ben. Een beetje onwennig loop ik eerst even door de mooie winkel om dan weifelend bij het jeansrek te blijven staan. Een verkoopster schiet me te hulp. We kijken naar de verschillende modellen, kleuren en maten. Gewapend met drie broeken loop ik richting de paskamer. De eerste zit goed, de tweede te ruim. Ik vraag een maatje kleiner. Even later komt de verkoopster terug. “Maat 38 is er niet meer, maar pas eens de 36.” “Zesendertig? Euheuh!”, zegt m’n ego hoofdschuddend. “Niet doen. Die past nooit! Je krijgt zo de rits niet dicht, of misschien zelfs niet eens over je dijen. Die Coronakilo’s die zitten er nog aan, hoor. Denk je eens in wat een teleurstelling dat zou zijn…” De vrouw ziet mijn tweestrijd. “Ja, echt! Pas nou maar,” dringt ze aan. Ik waag het erop, en warempel: hij past. En niet alleen dat: hij zit haast als gegoten. De verkoopster bezweert me dat ik de 36 moet nemen. Hij wijdt nog een beetje uit, volgens haar. Van een maatje groter (in een andere kleur) ga ik spijt krijgen.

Ik luister al niet meer. De glimlach die naar boven borrelt is voorlopig niet van mijn gezicht te wissen. In een jubelstemming reken ik af. Inwendig moet ik gewoon lachen, zingen, dansen: Maatje zesendertig, maatje zesendertig… Stiekem heb ik er nog steeds plezier in.

Epiloog: Werkt mijn ego nu tegen me of op slinkse wijze mét me? Past mijn ego nu werkelijk omgekeerde psychologie toe? Op mij?! En daarnaast: engelen komen soms in de vorm van een verkoopster tot je. 😉

P.S. T&T Project in Vaals. Doen!